Dag 7: Paraplu's en selfiesticks

15 juni 2016 - Xiamen, China

Ik was er al voor gewaarschuwd. Xiamen is zo ongelooflijk warm. Ik zweet als een otter en de flesjes water gaan er doorheen als bitterballen op een saaie borrel. Ik ga als eerst naar de Nanputuo tempel, een tempelcomplex vol verrassingen. Steeds wanneer je denkt dat het ophoudt blijkt daarachter nog een heel stuk te zijn waardoor een bezoekje tot gevolg heeft dat je meteen een halve berg hebt beklommen. Na de tempel ga ik richting Gulangyu, een eilandje vlak voor de kust bij Xiamen. Na een tochtje met de pond waar ik ineens de VIP ruimte in werd gestuurd, omdat ze niet wilden dat ik op het dek stond, en ik de halve tocht tussen de in merkkleding gehulde rijke bobo's mocht zitten, kwam ik aan op een klein haventje. Het was snel duidelijk dat dit een erg toeristisch eilandje is. Op het moment dat je ook maar een voet aan wal had gezet werd je van alle kanten al belaagd door vervelende mensen die je van alles probeerden aan te smeren, van een flashy neppe zonnebril tot een ritje rond het eiland in een verlengd golfkarretje. Ik loop snel door en kom bij de Shuzhuang tuin. Ik heb een trucje geleerd dat wanneer je ergens entree moet betalen je ook even op goed geluk je studentenkaart moet laten zien want vaak betaal je dan ineens nog maar de helft, en dat is toch weer mooi meegenomen aangezien ik niet eens meer student ben. In deze tuin is een heus pianomuseum gehuisvest en hoewel ik niet heel goed ben in piano spelen beginnen mijn vingers toch wel een beetje te tintelen bij het zien van al deze prachtige exemplaren. Helaas wordt het bespelen onmogelijk gemaakt door het hekje waar je overheen moet springen, de doorzichtige plaat die over de toetsen ligt en een stel bewakers dat me waarschijnlijk binnen twee tellen tegen de grond zou hebben gewerkt op het moment dat ik ook maar overweeg om aanstalten te maken om dichter bij de piano te komen dan toegestaan. Het is op het eiland mogelijk nog warmer dan in Xiamen zelf en de brandende zon leidt tot een parade aan paraplu's van Chinezen die maar al te graag hun lichte huid willen behouden. Hitte of geen hitte, ik wil graag de Riguang Yan beklimmen, ook wel Sunlight Rock, een berg midden op het eiland met een hopelijk mooi uitzicht. De klim valt mee en eenmaal boven kom ik op een omheind plateau terecht waar een hele kring mensen staat met hun rug naar buiten toe en met uitgestrekte arm en selfiestick naar het midden wijst als een stel ridders van de ronde tafel. Het is verschrikkelijk, er is werkelijk niemand die gewoon even kijkt en van het uitzicht geniet. Helemaal klaar met de drukte van Gulangyu besluit ik weer van het eiland af te gaan, ik moet alleen nog één ding doen. Ik herinnerde me dat een oom van me zand van stranden over de hele wereld spaart. Bij navraag bleek hij dat van hier nog niet te hebben, maar bij het krijgen van antwoord op die vraag was ik al niet meer op het strand. Ervan uitgaande dat een eiland toch wel redelijk omringd is door strand leek me dit geen probleem tot ik erachter kwam dat er eigenlijk maar een klein stukje was met strand en ik dus weer door die smeltoven naar de andere kant van het eiland kon om wat zand mee te nemen. Hopelijk wordt deze moeite niet vergeten wanneer mijn verjaardag er weer aankomt. Met een flesje zand op zak laat ik de chaos van het eiland achter me en vaar ik weer terug naar Xiamen.

Foto’s

1 Reactie

  1. Mama:
    17 juni 2016
    Hahaha....zand van gulangyu :))))