Dag 10: 848 treden

18 juni 2016 - Nanping, China

Het regent en ik heb nergens zin in. Ik heb slecht geslapen, ik ben moe en ik overweeg de hele dag in mijn bed te liggen en films te kijken. Het lijkt er ook niet op dat het snel gaat stoppen met regenen en om nou doorweekt een berg te beklimmen zag ik ook niet helemaal zitten. Maar dan valt in mijn hostel ineens de stroom uit en daarmee dus ook het licht en zeker niet onbelangrijk, de airconditioning. Wachten tot de kamer langzaam in een sauna veranderde leek me toch niet helemaal een ideale dagbesteding dus ik besloot toch maar op pad te gaan. Bij de ingang van het park worden de toeristen in hoog tempo in grote bussen aangevoerd. Onder leiding van een in een microfoon schreeuwende gids met een lelijk beige hesje aan en een vlaggetje bezetten grote groepen het gehele gebied en verdrijven alle rust waar mijn naïviteit wel een beetje op had gehoopt. Ik ga als eerste naar Tianyou Feng, ook wel Heavenly Tour Peak, het hoogtepunt en tevens ook het drukste punt van het gehele gebied. De domtoren in Utrecht kent 465 treden en op weg naar de top loop je op een smal trapje waarbij je af en toe even moet stoppen omdat de volslanke vrouw van middelbare leeftijd voor je op adem moet komen terwijl ze zuchtend en zwetend tegen de muur aan leunt, Tianyou Feng telt 848 treden tot de top maar is qua cultuur op de trap verder zeer vergelijkbaar. Het regent nog steeds, maar mensen kiezen ervoor hun paraplu liever als nordic walking stok te gebruiken dan tegen de regen terwijl ze tegen de zwaartekracht worstelen op weg naar de top. Het uitzicht op de bergen, ravijnen en rivier die erdoorheen stroomt is kortweg geweldig. Bij beter weer kan je hier op een bamboevlot doorheen varen, maar door de hoge waterstand is elke tocht helaas afgelast. Eenmaal boven raak ik aan de praat met een van de zeldzame Engels sprekende Chinezen van het land wanneer ze vragen of ik een foto van hen kan maken. Hij is hier samen met zijn vrouw en een collega, die net zo oud was als ik dus de relatiegrappen waren al weer snel gemaakt, uit Xiamen voor een weekendje weg. Samen lopen we weer naar beneden en hij vertelt over zijn moeder die ook arts is en een kliniek heeft vlakbij Xiamen. Of naja, vlakbij voor Chinese begrippen, het zit een beetje in de categorie wanneer ik zou zeggen dat het Groninger museum vlakbij het Anne Frank huis ligt.

Een van de culinaire specialiteiten in Wuyishan is schijnbaar gerookte gans. Ik voel me toch altijd weer erg dom wanneer ik bij een restaurant naar de Chinese karakters wijs van het gerecht wat ik wil hebben. Zoals in wel meer restaurants betaal je hier ook om de borden enz. te mogen gebruiken, alles ligt netjes in plastic verpakt op je tafel te wachten om uit gegeten te worden. Voor ik mijn eten krijg komt er een vrouw aan lopen die een grote bak met warm water op mijn tafel neer klettert. Ik heb werkelijk geen flauw idee wat ik hiermee moet! Moet ik hier soms mijn handen in wassen, maar waarom drijven er dan niet een paar citroentjes in het water en ziet het eruit alsof ik mijn handen zou koken als ik ze in dit stoomafgevende water dompel. Of wordt hier straks soms mijn eten ingezet en dient het als een soort van rechaud waarbij mijn eten op een au bain marie achtige wijze wordt warmgehouden. Wanneer ik lange tijd niks met het water doe komt de vrouw weer terug naar mijn tafel. Ze gooit alle kommetjes, borden, lepels en stokjes in de bak en spoelt alles om. Best logisch eigenlijk, maar om een of andere reden verwachtte ik niet dat ik in een restaurant eerst nog zelf de afwas moest doen.

De Chinezen van de berg hebben me overgehaald 's avonds mee te gaan naar een watershow. Ik begrijp vrij weinig van het verhaal, het was iets over de historie en oorsprong van de stad, maar het was een waar spektakel. Vuurwerk, fonteinen, bizarre lichteffecten, indrukwekkende danscrews, vrolijk zingende magikarps, het kon niet op. En waar je in Nederland na zo'n show misschien nog even een drankje gaat doen, ga je hier in China natuurlijk gewoon nog een keer lekker eten!